Klik hier voor het complete artikel!
De monovergister, de eendenkroosvijver en de in aanbouw zijnde ronde stal maken direct duidelijk dat op de Future Farm ruimte is voor innoverende concepten. Concepten die zijn gericht op het terugdringen van de uitstoot, het verwaarden van reststromen en het verbeteren van het verdienmodel. Erik Back wil met zijn bedrijf en voorbeeld zijn voor collega’s.
Wie op het bedrijf van de Future Farm rondloopt, ziet direct dat dit geen doorsnee melkveebedrijf is. De eendenkroosvijver en de in aanbouw zijnde Roundhouse voor Het vleesvee vallen direct op. Maar er is nog veel meer te zien op het erf van Erik Back (46), melkveehouder in Lutten (OV). Op het ruim opgezette erf zijn alle stallen Voorzien van zonnepanelen, wordt een deel van de open kapschuur ingericht als klaslokaal en wordt het huis van de buren verbouwd tot kantoor, vergaderruimte, leslokaal en flexplek.
Vanaf het moment dat Back zijn aandacht volledig op het melkveebedrijf richtte, kreeg hij meer oog voor de uitdagingen die op de sector afkwamen. „Steeds vaker bekroop mij het gevoel: ik moet hiermee aan de slag”, vertelt Back in zijn kantoor, dat uitkijkt over de weilanden voor de boerderij. „Ik wil een voorbeeld zijn in innovatie en vernieuwing. Niet alleen op technisch gebied, maar ook in verdienmodel, door het bedrijf op meerdere pijlers te laten steunen.” Back kiest daarbij heel nadrukkelijk voor een circulaire bedrijfsvoering. Waar niet alleen melk, maar ook ‘restproducten’ als vlees en mest een bijdrage leveren aan het verdienmodel.
CO2 en methaan
In 2018 verrees op het bedrijf van Back een monovergister, die hij voedt met de mest van zijn eigen koeien, maar ook met rundveemest van bedrijven uit de regio. De monovergister zet methaan om in biogas voor levering aan het gasnet. „Op jaarbasis blijft er na het vergisten van de mest 200.000 kuub CO2 over en hoewel dat aanmerkelijk minder is dan de 350.000 kuub methaan die we anders zouden uitstoten, is het nog steeds best veel”, licht Back toe. „En dus zijn zoeken we mogelijkheden de bedrijfskringloop verder te sluiten, door restproducten uit de vergister te hergebruiken of tot waarde te maken. Enkele maanden geleden zijn we gestart met de teelt van eendenkroos op ons bedrijf, om de aanvoer van eiwitten terug te dringen. Over de vijver bouwen we een tunnelkas zodat we de CO2 die overblijft na vergisten kunnen benutten ten behoeve van de eendenkroosteelt. Door extra CO2 toe te voegen groeit de kroos sneller en neemt de opbrengst toe, een duidelijke win-winsituatie.”
Eiwit uit eigen vijver
De kwaliteit van het in de eendenkroos aanwezige eiwit is vergelijkbaar met dat in soja. „We hopen op termijn een deel van de soja die we gebruiken te kunnen vervangen door eendenkroos”, licht Back toe. „Eendenkroos heeft een ruw-eiwitgehalte van 40 procent tegenover 16 procent ruw eiwit in gras. Wanneer we er in slagen de kroos goed te oogsten, kunnen we besparen op de aanvoer van eiwit, maar zover is het nog niet.”
Back is met zijn aanpak allesbehalve een doorsnee boer. „Ik ben geen boer die alleen maar met zijn eigen bedrijf bezig is; dat werkt niet voor mij. Ik wil graag iets betekenen voor andere mensen in de sector. We moeten de problemen waar we tegenop lopen niet ontkennen, maar we moeten ze ook niet groter maken dan ze zijn”, betoogt hij. „Met de Future Farm wil ik praktijkgerichte oplossingen zoeken voor actuele problemen waar ook andere ondernemers hun voordeel mee kunnen doen. Dit kan zijn door het inpassen van bestaande technieken, door het ontwikkelen en toepassen van nieuwe technieken of door een combinatie van beide.”